
Een vraag die de mensheid al eeuwen bezighoudt, is de vraag naar de oorsprong van alles, naar het ontstaan van de wereld zoals wij deze kennen. Iedere cultuur heeft zo zijn eigen scheppingsverhaal. In het Oude Testament is dat het boek Genesis dat aan de christenen nauwkeurig vertelt hoe de schepping plaatsvond.
In het Oude Egypte leefde dezelfde vraag. Alleen is er geen unieke tekst terug te vinden, maar eerder losse fragmenten uit verschillende periodes die naar de oorsprong van het universum verwijzen: piramideteksten, sarcofaagteksten, teksten en afbeeldingen op de muren van het graf, dodenboeken die op een papyrusrol in het graf werden mee begraven, enz. Daaruit het enige echte scheppingsverhaal distilleren is niet eenvoudig, temeer omdat in die fragmenten de "lokale" god nogal eens de hoofdrol van scheppergod kreeg. Toch kan het scheppingsverhaal van Heliopolis gezien worden als dat scheppingsverhaal dat in het Oude Egypte voor waar werd aangenomen.
In het begin was er niets...tenzij een duistere onbegrensde oceaan, Noen/Nun genoemd, die een massa bevatte waaruit alles ontstond. In die oermassa dreef een scheppende onbewuste kracht, Atoem/Atum, die later bewust werd van zijn eigen kracht "uit het niets" het eerste element van de kosmos gaat scheppen: de oerheuvel. Atoem zal op die oerheuvel gaan zitten en van daaruit de rest van het universum gaan scheppen. Atoem zelf staat voor het licht en de zon.
Atoem creëert Sjoe/Sju, de lucht, en Tefnoet/Tefnut, de vochtigheid.
Deze goden, mannelijk en vrouwelijk, scheppen op hun beurt nog twee elementen: Geb, de aarde, en Noet/Nut, de hemel als datgene wat men boven zich kan zien als men op de aarde staat.
Deze eerste vijf goden vertegenwoordigen de vijf belangrijkste kosmische elementen: het licht, de lucht, het water, de aarde en de hemel. De aarde en de koepel van de hemel drijven als het ware op de oeroceaan.


Het verhaal gaat verder.
Geb en Noet schenken het leven aan twee godenparen: Osiris en Isis, Seth en Nephtys. Osiris en Isis zorgen op hun beurt voor een kind, Horus. En daarmee zijn de eerste negen goden ontstaan.
Het moment van de eerste schepping noemde de Egyptenaren 'sep tepi', de eerste keer. In hun denken dient deze eerste keer gevolgd te worden door een oneindig aantal herhalingen van die eerste schepping. De schepping is geen éénmalige gebeurtenis, maar een continue cyclus van hernieuwing. Hieruit is hun cyclisch tijdsbegrip gegroeid. (zie verder)
Het verhaal van Osiris
Volgens de mythe was Osiris de eerste koning van Egypte die het land op een rechtvaardige wijze organiseerde en bestuurde. Zijn broer Seth was jaloers en bedacht een list om zelf koning te kunnen worden. Hij stopt Osiris in een sarcofaag en werpt die in de Nijl. Seth wordt koning maar wanneer hij hoort dat de kist met Osiris is teruggevonden slaagt hij erin om het lichaam in veertien stukken te snijden die over heel Egypte verspreid worden. De wanhopige Isis vindt die stukken terug en voegt ze weer samen. Ze laat het lichaam mummificeren.
Zijn taak zit erop, maar vooraleer Osiris koning van de onderwereld wordt, kan Isis zich nog bevruchten met zijn zaad. De jonge Horus wordt geboren. Die verslaat Seth in een heroïsch gevecht waarbij Seth zijn testikels verliest en Horus een oog kwijtgeraakt (het fameuze oog van Horus). Het tribunaal van de goden beslist uiteindelijk dat Horus de wettelijke opvolger is en Horus mag regeren over Egypte.
Osiris wordt gezien als de god die de dood heeft overwonnen. Vanaf dan is het hoogste doel voor iedere Egyptenaar om "naar Osiris te gaan" wanneer het aardse leven voorbij is en men via een "laatste oordeel" de toelating hiervoor krijgt. Daarom laat men zich mummificeren. Daarom alle taferelen van de' weging van het hart' tegenover de veer van de Maät, het goede.