Egypte in de Bijbelverhalen

In de Bijbelse geschiedenis neemt Egypte een bijzondere plaats in. Het land wordt bijna 700 keer in de Hebreeuwse Bijbel genoemd. Daarna wordt Egypte in het Nieuwe Testament nog eens 25 keer genoemd, waardoor het de meest genoemde plaats buiten Kanaän is in de Bijbel. Veel gebeurtenissen die in de Hebreeuwse Bijbel staan beschreven, speelden zich af ten tijde van het Nieuwe Rijk.
Zo is er het verhaal over Jozef, de zoon van Jacob. Nadat hij door zijn broers aan handelsreizigers was verkocht, belandde hij in Egypte. Daar maakte hij carrière en werd Onderkoning. Ook werd hij de droomuitlegger van de farao. Was hij Yuya wiens dochter trouwde met Amenhotep III en was hij zo de grootvader van Achnaton die het monotheïsme invoerde?
Het Bijbelboek Exodus vertelt het verhaal over de onderdrukking van de Israëlieten in Egypte en de uiteindelijke bevrijding na Moses’ optreden aan het hof van de farao. Egypte werd door tien plagen getroffen zo beschrijft de Bijbel. Is hiervoor een wetenschappelijk verklaring te geven? Een poging om vast te stellen hoe de uittocht uit Egypte precies is verlopen, is verre van eenvoudig. Volgens het boek Exodus 1:11 heeft de farao de Israëlieten als dwangarbeiders ingezet bij de bouw van de ‘voorraadstad’ Raämses. Dit moet de Hebreeuwse weergave zijn van Pi-Ramessoe, de residentie die door Ramses II in de Nijldelta werd gebouwd. Dit valt te dateren rond 1270 v.Chr. in de 19de dynastie.
Een ander bekend verhaal uit het Nieuwe Testament is de vlucht naar Egypte door de heilige familie. Kort na het bezoek van de Magi verscheen er een engel aan Jozef in een droom. Deze vertelde hem om met Maria en het kind Jezus naar Egypte te vluchten, omdat koning Herodes het kind zou zoeken om hem te doden. Is het een feit dat Jezus een gedeelte van zijn jeugd in Egypte heeft doorgebracht?

Het Bijbelse verhaal van Jozef dat ook in de Koran vermeld staat:

Jozef was de 11de zoon van aartsvader Jacob en de eerstgeborene van Rachel. Jozef werd het meest bemind door zijn vader en daarom gehaat door zijn broers. Toen Jozef in het Samaritaanse Dothan een bezoek bracht aan zijn veehoedende broers, verkochten ze hem aan een langstrekkende Egyptische handelskaravaan. In Egypte werd Jozef verkocht aan Potifar, officier in het leger van de farao. Jozef maakte door zijn talenten snel carrière als huismeester. Door zijn atletische gestalte wekte hij ook veel begeerte op bij Potifars vrouw. Zij probeerde zijn diensten als huismeester tot in haar slaapvertrek uit te breiden. Toen Potifar nachtdienst had, wist ze hem met een list aan haar bed te krijgen. Zodra Jozef binnen handbereik was, pakte ze hem bij zijn mantel en begon die los te knopen. Jozef vluchtte het vertrek uit, zijn mantel in haar handen achterlatend. Natuurlijk geloofde Potifar dat zijn vrouw was aangerand, wanneer ze hem dat vertelde met de mantel als bewijs. Zo belandde Jozef in de gevangenis. Daar bracht Jozef het al snel tot gevangenbewaarder. Hij ontmoette er de schenker en de broodbakker van de farao. Jozef wist aan hen op overtuigende wijze hun dromen uit te leggen. Zij zorgden ervoor dat hij tot droomuitlegger werd benoemd van de farao. De farao was zo onder de indruk van zijn inzichtelijke vermogens, dat Jozef tot onderkoning werd benoemd. Jozef kreeg de dochter van Potifar tot vrouw.

Was Yuya, onderkoning van de farao, de Bijbelse aartsvader Jozef?

Of Yuya, een belangrijke Egyptische edelman en onderkoning onder farao Amenhotep III, dezelfde persoon is als de Bijbelse aartsvader Jozef, is een onderwerp van speculatie en debat onder historici en archeologen. Er zijn enkele overeenkomsten tussen de twee figuren die deze theorie ondersteunen:

  1. Positie en Invloed: Zowel Yuya als Jozef bekleedden hoge posities aan het hof van de farao. Jozef werd onderkoning van Egypte na zijn interpretatie van de dromen van de farao, wat leidde tot zijn benoeming om Egypte door een periode van hongersnood te leiden. Yuya staat in archeologische inscripties bekend als "vader van de god (de koning)". 
  2. Niet-Egyptische Oorsprong: Er wordt gespeculeerd dat Yuya mogelijk van buitenlandse afkomst was, wat zou kunnen overeenkomen met Jozefs Hebreeuwse achtergrond. De dochter van Potifar zou dan Thuya zijn. Hun dochter Tiye was de echtgenote van Amenhotep III, moeder van Achnaton (Amenhotep IV).
    En dan is er nog de mummie van Yuya: die ziet er helemaal niet Egyptisch uit, maar eerder semitisch.
  3. Religieuze Connecties: Yuya had sterke religieuze connecties en werd begraven met eerbewijzen die ongebruikelijk waren voor niet-koninklijke personen: een koninklijke ring, een gouden halsketting en een strijdwagen werden teruggevonden. Yuya en zijn vrouw Thuya lagen begraven in de Vallei van de Koningen (KV 46). Dat is een zeer ongebruikelijke plaats voor een niet-farao en zou kunnen wijzen op een bijzondere status, vergelijkbaar met die van Jozef. Het graf was nog zo goed als onaangeroerd toen het in 1905 werd ontdekt.

Hoewel deze overeenkomsten interessant zijn, is er geen definitief bewijs dat Yuya en Jozef dezelfde persoon waren. De verhalen over Jozef zijn voornamelijk gebaseerd op religieuze teksten, terwijl de informatie over Yuya afkomstig is uit archeologische vondsten en Egyptische inscripties. Het blijft een fascinerende, maar onbewezen theorie. Vooral Ahmed Osman heeft zich hierin verdiept (zie verder bij de bronnen).

 

De Exodus, mythe of werkelijkheid?

Het woord exodus betekent 'uittocht' en verwijst naar de uittocht uit Egypte, de bevrijding van de Israëlieten uit het land van de slavernij. De Exodus vormt samen met de verhalende gedeelten in Genesis, Leviticus, Numeri, Deuteronomium, Jozua, Richteren, Samuel en Koningen een min of meer doorlopende geschiedenis van de groei van Israël tot het volk waarmee God een verbond sloot. De lezers van de Bijbelverhalen worden ervan doordrongen dat God zich direct betrokken voelt bij het wel en wee van Israël. Dit houdt in dat de wetten, leefregels en cultische gebruiken door God zelf zijn ingesteld en dat ze onlosmakelijk verbonden zijn met de bevrijding uit de slavernij.
Men kan globaal twee delen onderscheiden. Het eerste deel vertelt het verhaal over de onderdrukking van de Israëlieten in Egypte en de uiteindelijke bevrijding na Moses' optreden aan het hof van farao. Egypte is dan door tien plagen getroffen. Het tweede deel beschrijft de gebeurtenissen tijdens de tocht door de woestijn. Herhaaldelijk, als er gebrek aan water en voedsel is, verzet het volk zich tegen Moses en tegen God. Op de berg Sinaï ontvangt Moses de tien geboden en andere wetten en leefregels. Volgens de instructies die Moses ook ontvangt, bouwen de Israëlieten een verplaatsbaar heiligdom, waar God zijn intrek neemt.

Wanneer men probeert vast te stellen of de uittocht uit Egypte Egypte en de Bijbel werkelijk heeft plaatsgevonden, wordt men door de Bijbel voor een dilemma geplaats. Op dit punt lijkt de Bijbel zelfs een tegenstrijdigheid te bevatten.

Volgens de op het eerste gezicht duidelijke tekst in het boek 1 Koningen 6:1 vond de uittocht uit Egypte 480 jaar voor de stichting van de tempel van Jeruzalem door koning Salomo plaats. Volgens de normale chronologie van het Oude Nabije Oosten zou de uittocht dan rond 1450 BCE hebben plaatsgevonden. Maar volgens het boek Exodus 1:11 heeft de farao de Israëlieten als dwangarbeiders ingezet bij de bouw van de twee 'voorraadsteden' Pithom en Raämses. De naam Pithom is afgeleid van het Egyptische Pi-Atoem. Deze aan de schepper en zonnegod Atoem gewijde stad bevindt zich in het midden van de Wadi Toemilat, het huidige Tell Retabah. Raämses moet de Hebreeuwse weergave zijn van Pi-Ramessoe, de residentie die door Ramses II werd gebouwd in de Nijldelta. Indien de Israëlieten bij de bouw van deze twee steden betrokken waren, zou dat betekenen dat ze niet voor de 13de eeuw BCE uit Egypte zijn vertrokken.

In de Bijbel heeft de farao geen naam. Bijbelgeleerden hebben tal van mogelijke kandidaten aangereikt, variërend van koningin Hatsjepsoet tot farao Merenptah. De meeste geleerden identificeren hem echter als Ramses II uit de 19de dynastie.

Mozes en Achnaton... is er een verband?

Vanaf de oudheid hebben veel schrijvers geprobeerd de Bijbelse figuur Moses in verband te brengen met Achnaton. Zoals we weten maakte Achnaton zich sterk voor een godsdienst waarbinnen de zichtbare zonneschijf Aton als enige god zou worden aanbeden. Ook Moses verkondigde een geloof in één god. Nergens is er echter in Egypte een direct bewijs gevonden dat Moses daar ook echt heeft bestaan. Net zomin wordt Moses in het Oude Testament met Achnaton in verband gebracht. Het is maar de vraag of de Bijbelse auteurs ooit van deze Egyptische koning hebben gehoord. De meeste sporen van Achnaton en zijn geloof in de Aton zijn namelijk na zijn dood uit de officiële Egyptische overleveringen verwijderd.

De Vlucht naar Egypte van Maria, Jozef en Jezus

De vlucht naar Egypte is het Bijbelse verhaal in Mattheüs 2:13-23 over de vlucht van Jozef en Maria met het pasgeboren kindje Jezus naar Egypte. In de rooms-katholieke traditie is de vlucht naar Egypte een van de zeven smarten van Maria. Het evangelie verhaalt dat wijzen uit het oosten zochten naar de pasgeboren koning der Joden. Koning Herodes hoorde hiervan en gaf zijn soldaten bevel om naar Bethlehem te gaan en alle jongetjes tot twee jaar oud te doden. Dit staat bekend als de kindermoord van Bethlehem. Een engel verscheen echter in een droom aan Jozef en droeg hem op om samen met Jezus en Maria naar Egypte te vluchten. Volgens het evangelie keerden ze na een tijd, toen Herodes was gestorven, terug naar Judea.

 

Het Oude Egypte als bakermat voor het Christendom

Er zijn verschillende symbolen en rituelen uit het oude Egypte die hun weg hebben gevonden naar het christendom. Hier zijn enkele opvallende voorbeelden:

  1. Ankh: Het Ankh-kruis, ook wel bekend als het "levenskruis", is een oud Egyptisch symbool dat het eeuwige leven vertegenwoordigt. Dit symbool lijkt sterk op het christelijke kruis en wordt soms gezien als een voorloper ervan.
  2. Oog van Horus: Dit symbool, dat bescherming, gezondheid en macht vertegenwoordigt, heeft overeenkomsten met het christelijke concept van het alziende oog van God.
  3. Djed-pilaar: De Djed-pilaar, een symbool van stabiliteit en kracht, wordt soms vergeleken met de christelijke zuilen die stabiliteit en steun symboliseren.
  4. Rituele Wassing: De oude Egyptenaren voerden rituele wassingen uit als een vorm van zuivering, vergelijkbaar met de christelijke doop die symbool staat voor reiniging en wedergeboorte.
  5. Heilige Maaltijd: De Egyptische rituelen omvatten vaak heilige maaltijden ter ere van de goden, wat parallellen vertoont met de christelijke eucharistie of het avondmaal.
  6. Maagdelijke Geboorte: Het concept van een maagdelijke geboorte, zoals die van de god Horus, heeft overeenkomsten met de christelijke leer van de maagdelijke geboorte van Jezus.
  7. De Heilige Drievuldigheid: De triade Isis-Osiris-Horus vindt men terug in de drievuldigheid Vader-Zoon-Heilige Geest.
  8. Amon, de afsluiter van ieder gebed: Een christelijk, joods of islamitisch gebed eindigt steevast met het woord 'amen'. Dat woord gaat terug op het woord voor de god Amon-Re.
  9. Het Opet-festival: de processie van Karnak naar luxoe met het dragen van de godenbeelden hun barken, vindt men ook terug in de christelijke processies.